BEELDENDE KUNST
  Rubriek door Toos van Holstein

Nice door een 3D bril

Waarom kijk je ergens naar? Wat heeft je belangstelling? Ga je door bepaalde gebeurtenissen ineens op een andere manier kijken? Dat waren vragen die bij me op kwamen toen ik op een zondag in februari van dit jaar in het MAMAC, het Musée de l’Art moderne et l’Art contemporaine in Nice, stond te kijken naar een aantal sculpturen van de Franse beeldhouwer Bernard Pagès. Die was gewoon lekker aan de gang gegaan met allerlei grote metaalstukken, houtresten en steenbrokken, had zich op een esthetische manier heerlijk uitgeleefd en had daardoor een in mijn ogen heel mooie tentoonstelling gemaakt. Maar afgezien van het genieten bij het aanschouwen van zijn werk was er nog een andere reden waarom ik zo aandachtig kijkend rondliep. Zijn kunstwerken waren vaak behoorlijk groot, tot 4 à 5 meter hoog toe. En ik stond me daar af te vragen of in de vrije ruimte een sculptuur van 5 meter hoogte beter zou overkomen dan één van 3 à 4 meter door op verschillende afstanden van zijn werken te gaan staan. Dat had te maken met een opdracht die ik kort daarvoor had gekregen om in het middeleeuwse stadje Veere op Walcheren een monument te maken ter ere van de redders en hun vele reddingen die in de loop van de eeuwen vanuit Veere op zee hadden plaatsgevonden. Ik was tot de conclusie gekomen dat op de voor dat monument beoogde plek het beste iets kon komen van zo’n 5 meter hoog. Nu stond ik in het MAMAC eigenlijk onverwacht te kijken naar sculpturen van een zelfde hoogte en had ik een referentiekader waarbinnen ik mijn eigen ontwerp kon plaatsen, vooral omdat ik zelf ook met metaal en steen wilde gaan werken. Ik keek dus op een andere manier dan ik zou hebben gedaan als ik die opdracht niet had gekregen. Hoogte was ineens belangrijk net als de materiaalkeuze. Daar waar ik normaal zou zeggen ‘interessante materialen heeft ie gebruikt’ keek ik nu naar de praktische toepassing ervan. 

Zo kun je door een bepaalde gebeurtenis ineens op een andere manier naar kunst kijken. Mijn eigen werk ligt vooral in het platte, tweedimensionale vlak, het schilderen dus. Maar af en toe vind ik het ook heerlijk om in drie dimensies te werken. Dan ga ik lekker modelleren met was om daarna van zo’n wasmodel een bronzen beeld te laten gieten. Sculpturen hebben dus altijd al mijn belangstelling gehad maar nu kwam er nog een extra dimensie bij, alhoewel dat, toegevoegd aan de drie dimensies die beelden van zichzelf  hebben, al snel leidt naar Einstein en dat gaat toch wel een tikje buiten het kader van deze stukjes om.

Door dit voorval leek ’t me interessant mijn Kunststukje eens te wijden aan de driedimensionale kunst, maar dan toegespitst op Nice. Want diezelfde zondag ontdekte ik ook dat er op de Place Masséna, dat zowel statige als levendige plein in hartje Nice, aan de kant van de oude stad een 19de eeuws aandoende bronzen beeldengroep met fontein werd geplaatst.

Fontein op de Place Masséna

Dat was natuurlijk wel kunst van een geheel andere orde dan het moderne werk dat ik vlak daarvoor had gezien, maar beslist niet minder aansprekend. Het bleek bij nader onderzoek een kunstwerk te betreffen dat  vroeger daar al in de buurt had gestaan en nu, na vele jaren opgeslagen te zijn geweest, werd herplaatst tot meerdere glorie van het plein. Die Place is nu grandioos opgeknapt en voor een groot gedeelte autovrij gemaakt in verband met de komst van de nieuwe tramlijn. Afgelopen mei werd het met veel toeters, bellen en hotemetoten officieel geopend en daarna al snel door het wandelend publiek in bezit genomen. Ik kan het aanraden, ’t is werkelijk heerlijk om daar eens te gaan zitten en de oude grandeur van Nice op u te laten inwerken. Waarschijnlijk zijn er nu nog meer kunstwerken bijgekomen die tijdens het schrijven van dit stuk nog niet geplaatst waren. Want Nice, dat zich wil kandideren voor Culturele Hoofdstad van Europa in het jaar 2013, wordt opgestoten in de kunstvaart der volkeren. Het gemeentebestuur heeft namelijk besloten dat er met de komst van le tramway, die aan het einde van dit jaar eindelijk in gebruik moet zijn genomen, gelijk maar het nodige moet gebeuren met de kunst in de openbare ruimte. Zoiets wordt in Frankrijk dan ook direct met de voortvarendheid aangepakt zoals we die kennen van de grands projets die elke président het Franse vaderland wil nalaten. Langs de hele route mogen 15 geselecteerde,bekende kunstenaars van diverse nationaliteiten, zich uit- leven met sculpturen, muurschilde- ringen en geluid- en lichtkunst. Zo komen er van de hand van de Spaanse Jaume Plensa (1955) op de Place Masséna zeven op hoge palen gezeten figuren die mat doorzichtig zijn en van binnenuit voortdurend langzaam van kleur veranderen.

 

Artist impression van toekomstige kunstwerken op Place Masséna

In de moderne kunst moet je bij zoiets natuurlijk ook een mooi conceptueel verhaal hebben. Dus voor het geval u dat niet zou vermoeden, stellen die 7 figuren de 7 continenten voor waarbij de kleurveranderingen de dialoog voorstellen tussen de verschillende gemeenschappen die deel uitmaken van onze wereld. Dat ze ons daarbij, zoals het concept verder wil, als vuurtorens aan de kust bewaken en ons van boven beschermen, is natuurlijk mooi meegenomen. Wat de waarde van dit soort verhalen ook mag zijn, ik denk dat die oude beeldengroep met fontein en die nieuwe beelden van Plensa overdag, maar ook ’s avonds met de verlichting erbij, een prachtige aanvulling zijn voor het plein. Eigenlijk moet u gewoon die tram eens nemen en van begin tot eind meerijden om alle bijbehorende kunstwerken te kunnen bekijken. Voor een prijsje van € 1,30 per rit kan dat beslist niet te duur worden genoemd. Misschien kunt u zich dan ook laten amuseren door de kunst van Ben (1935). Deze artiest, geboren als Benjamin Vautier in Napels, woont al voor het grootste gedeelte van zijn leven in Nice en is beroemd geworden door zijn korte teksten: slogans, gedachten en aforismen die met witte letters op een zwarte achtergrond in allerlei musea en openbare gebouwen zijn te vinden. Bij elke halte komen nu inscripties van hem die de bedoeling hebben je te laten glimlachen,  te laten nadenken of een vraag opwerpen.

Nu werd ’t ook wel eens tijd dat er in Nice meer aan kunst in de openbare ruimte werd gedaan. Voor een stad en een regio waar zoveel bekende kunstenaars hebben gewoond en gewerkt, was er eigenlijk te weinig driedimensionaal werk te vinden, terwijl je een stad die iets wil tegenwoordig juist op de kaart zet met behulp van kunst en kunstevenementen. Wat is er voor de geïnteresseerde liefhebber nu leuker dan, bij het slenteren door een stad, af en toe verrast te worden door werk van een beroemd kunstenaar dat je dan helemaal gratis en voor niks mag bekijken. Zo zou je van beeldhouwers als César (Marseille,1921-1998) en Arman (Nice, 1928-2002), beiden gerekend tot de zogenaamde École de Nice, hier en daar wel een sculptuur verwachten. Maar nee hoor, alleen van Arman staat er iets bij het congrescentrum, terwijl die jongens toch echt bekend zijn over de hele wereld en werk van hen in allerlei grote musea te vinden is. Overigens slaat die benaming École de Nice niet echt op een coherente groep kunstenaars maar is het meer een verzamelnaam voor hen die in de na-oorlogse periode op de één of andere manier iets met kunst in Nice hadden te maken. Maar dat is een verhaal dat misschien nog wel eens komt. In de kunstgeschiedenis wordt eerder gesproken van het Nouveau Réalisme, een richting waartoe bijvoorbeeld ook Yves Klein, een Niçois waarover ik al eens schreef, en Niki de Saint Phalle (Parijs 1930-2002) behoorden. Van deze Niki, opgegroeid in New York, zijn wel een paar beelden in Nice te vinden. Wie kent niet dat rozige koepeltje aan de Promenade des Anglais waaronder zich het Négresco bevindt, die plek waar je voor een leuke prijs een vorkje kunt prikken en één of meer nachtjes kunt slapen. Zo’n etablissement behoort natuurlijk iets aan kunst te doen, zowel binnen als buiten. Die van binnen is weer een verhaal apart, maar buiten, onder die roze koepel, staat een polyester beeld van Niki de Saint Phalle dat de wereldberoemde jazztrompettist Miles Davis voorstelt.

‘Miles Davis’ van Niki de Saint Phalle bij het Negresco

Met dit soort beelden is ze bij het grote publiek bekend geworden. In 1961 baarde ze echter al opzien met haar zogenaamde “shooting paintings”. Die maakte ze door met een geweer op zakjes verf te schieten die tegen een leeg doek waren gehangen. Ook liet ze dat door anderen doen. De eruit stromende verf zorgde voor allerlei niet te voorspellen, grillige patronen. Ze zei hierover: ‘Het was een geweldig gevoel om op een schilderij te schieten en te zien hoe het veranderde. Het was opwindend en sexy, maar ook tragisch omdat we tegelijkertijd getuige waren van geboorte en dood. Het was een vreemde gewaarwording en iedereen die schoot werd er door aangegrepen’. Tja, met zo’n concept werd je in de 60-er jaren natuurlijk wel beroemd. Ze had dan ook al snel tentoonstellingen in allerlei grote musea, waaronder het Stedelijk Museum in Amsterdam. Wat later begon ze haar Nana’s te ontwikkelen, fantasierijke en zinnelijke beelden van vrouwen uit gips, polyester, glas en keramiek die nu over de hele wereld te vinden zijn. Haar ‘Miles Davis’ is daarvan technisch gezien een afgeleidde.  

Voor een tweede sculptuur van haar zult u naar het MAMAC moeten. Bovenaan de roltrap bij het plein voor het museum ziet u ‘m al, een grote draak beplakt met stukjes glas. En als u daar nog voor 4 november bent, is het best  een aardig idee er naar binnen te gaan voor de tentoonstelling van de in 1933 geboren Italiaanse Arte Povera kunstenaar  Michelangelo Pistoletto (op de 1ste en 3de zondag van de maand gratis). Die zogenaamde ‘Arme Kunst’ richting, bijna altijd driedimensionaal, ontstond in Italië tijdens de 60-er jaren als reactie op de Amerikaanse Pop Art. Kunstenaars gebruikten daarbij allerlei  ‘arme’ materialen die op straat en in de natuur makkelijk voorhanden waren.

‘Venus van de Vodden’ van Pistoletto

Een voorbeeld daarvan is Pistoletto’s  ‘Venus van de Vodden’ (1967), waarbij hij de naakte Venus bijna laat verdwijnen in een hoop lompen. Voor zoiets bedenk je als modern kunstenaar natuurlijk  weer prachtige conceptuele verhalen. Wat te denken van ‘Venus, het klassieke en verheven symbool van schoonheid dat ons de rug toekeert en zich wendt naar een kleurrijke, maar armoedige berg lompen waarin ze haar naaktheid probeert te verbergen’! Overigens heeft Pistoletto zich nog met veel meer projecten bezig gehouden, waarbij opvalt dat hij gefascineerd wordt door spiegels. Daarvan zijn vele voorbeelden op deze expositie te bekijken: beslist een interessante tentoonstelling.

Mocht u overigens nog een wat minder verborgen naakt willen bekijken, dan kan dat in de directe omgeving van het MAMAC. Aan de achterkant ervan, dus ook aan de achterkant van de bibliotheek van Nice die zich onder het museum bevindt, staat in de tuin van de bibliotheek zo’n heel groot ‘blokhoofd’ en daar tegenover staat een voluptueus bronzen naakt van Volti (1915-1989).

Bronzen beeld van Volti

Deze in Italië geboren beeldhouwer die zijn kunstzinnige leven in Frankrijk doorbracht, besteedde zijn gave vooral aan het weergeven van het vrouwelijk naakt. Zelf zei hij over zijn werk: ‘Wat me interesseert is meer de vorm van de vrouw dan de vrouw zelf’. Nou, dat is zondermeer een feit als je zijn naakten ziet. In feite liep hij zelfs al voor op de huidige mode van de siliconenborsten: ze zijn stevig op het lichaam geplakt als halve bollen waarvan je niet verwacht dat ze gaan bewegen als het lichaam dat plotseling wel zou doen. In het park op de Place Albert 1er bij de Promenade staat trouwens nog zijn versie van de Drie Gratiën. Nog veel meer van zijn werk is te zien in het prachtige en ook nog gratis toegankelijke Musée Volti in de oude citadel van Villefranche-sur-Mer.


Als u op mijn artikel wilt reageren, stuurt u mij dan een email.

Als u mijn nieuwsbrieven per email wilt ontvangen, kunt u dat hier aangeven.