BEELDENDE KUNST
  Rubriek door Toos van Holstein

Route de Bréa

Dit verhaal begint op de cours Saleya in Nice, dat plein direct achter de promenade waar elke toerist toch wel verplicht eens een terrasje dient te hebben gepakt. Of moet het eigenlijk beginnen op de rots vlak daarbij waarop vroeger ooit het trotse kasteel stond dat de oude stad  verdedigde tot Louis XIV het in 1706 liet afbreken? Hij was het een beetje zat om elke keer die machtige vesting met veel moeite te moeten innemen als het Comté de Nice, toen nog deel van het hertogdom van Savoye, zonodig weer eens moest worden veroverd. Of start het verhaal toch in de Cathédrale de Sainte-Réparate midden in de oude stad? Ik weet ’t eigenlijk niet zo goed. Want op de rots stond bij het kasteel ooit de kapel van de broederschap van de Pénitents noirs die ergens in de loop van de 15de eeuw werd verplaatst naar de benedenstad waar nu die kathedraal staat. Toen men met de bouw daarvan begon, werd die kapel er een onderdeel van. Maar daarvan is in de huidige kathedraal niets meer terug te vinden. In 1828 verhuisden de Pénitents noirs dan ook naar de Chapelle de la Miséricorde aan de al genoemde cours Saleya. De laatste jaren stond dat gebouw aan de lange zijde van het plein er een beetje vervallen geelachtig bij. Maar nu glinstert het frisse okergeel je in de felle zon weer vrolijk tegemoet. In ieder geval is zeker dat in de tweede helft van de 15de eeuw Moneto Bréa, kuiper in Nice, prior was van de kapel, of die nu nog op de rots lag of al in de benedenstad stond. Moneto had drie zonen, Pierre, Antoine en Louis. Van hen bleek Louis (1450-1523) grote artistieke gaven te hebben. Door de link met de Pénitents noirs is het dan ook niet zo verwonderlijk dat werk van hem zich bevindt in de huidige kapel.

 

Detail van de Vierge de Miséricorde (1485), Louis Bréa, Chapelle de Miséricorde

 

De eenvoud van de voorgevel van deze kapel uit 1740 doet trouwens niet vermoeden dat zich binnenin een juweeltje van Italiaanse barokbouw bevindt, misschien wel het mooiste voorbeeld van barokarchitectuur aan de hele Côte d’Azur. Daarvoor alleen is een bezoekje al de moeite waard.

Maar de Bréa’s hebben nu even voorrang. Want al had Louis het grootste talent, zijn broer Antoine kon ook aardig een penseel vasthouden, evenals later weer diens zoon François Bréa (1495-1562). Alhoewel hun faam in de loop der eeuwen wegzakte, was “een Bréa” in de 16de eeuw in het gebied tussen de Var, de toenmalige grens met het Franse rijk, en Genua een eigennaam voor de vele retabels in alle kerken en kapellen van de streek, zowel aan de kust als in het onherbergzame achterland. Dus ook een retabel, de naam voor een veelluik met Bijbelse taferelen voor boven het altaar, van een andere kunstenaar was gewoon “een Bréa”. Zo groot was dus de roem van deze schildersfamilie in dit deel van het uitgestrekte hertogdom van de Savoye dat Turijn als hoofdstad had!

Pas in de loop van de 20ste eeuw is men hun werk weer echt op waarde gaan schatten. Er bestaat nu zelfs de “Cercle BREA”, een organisatie  die op vele manieren het oeuvre van de Bréa’s weer onder de aandacht probeert te brengen. Eén zo’n manier is de zogenaamde Route de Bréa. Bij de toeristeninformatie zijn brochures verkrijgbaar waarin alle plekken staan aangegeven waar nog een Bréa is te bewonderen. Hierin is natuurlijk ook die Chapelle de la Miséricorde opgenomen. In de sacristie ervan hangen twee schilderijen, beide gewijd aan de Maagd van Barmhartigheid, la Vierge de Miséricorde, die beide ook te maken hebben met Louis Bréa. Eén werd weliswaar gemaakt door Jean Miralhet rond 1430 en is daarmee het oudste schilderij van de regio, maar gezien bepaalde onderdelen ervan is het aan het eind van de 15de eeuw waarschijnlijk gedeeltelijk gerestaureerd door Louis. Van het tweede werk, een drieluik, is alleen het middendeel nog afkomstig van deze belangrijkste Bréa (zie foto hierboven). Interessant hierin is om te zien hoe de Barmhartige Maagd de menselijke wereld in bescherming neemt onder haar grote mantel. Links wordt de clerus, allicht alleen maar mannen, afgebeeld met de Paus vooraan, rechts bevindt zich de wereldlijke macht met vanzelfsprekend de koning of keizer voorop en de bevolking, mannen en vrouwen, erachter. Zo behoorde de kunstenaar dat ook af te beelden want dergelijke kerkelijke schilderijen waren aan strenge voorschriften gebonden.  Dat begon trouwens in de tijd van Louis Bréa al wel te veranderen onder invloed van de uit Florence oprukkende Renaissance, die daar grofweg vanaf 1450 opkwam.

 

L’église Notre-Dame de Cimiez

Dat is heel goed waarneembaar in twee makkelijk met elkaar te vergelijken werken van Bréa. Die bevinden zich namelijk beide in de Franciscaner l’Église Notre-Dame de Cimiez bovenop de heuvel van de Cimiez in Nice vlak bij de Romeinse opgravingen en het museum van Matisse. Daar hangt het vroegst bekende werk van Louis, een Piéta uit 1475. Op zo’n Piéta staat altijd Maria afgebeeld met het lichaam van de gekruisigde Jezus liggend op haar schoot.

 

Piéta (1475), Louis Bréa, l’Église Notre-Dame de Cimiez

 

Het maakt allemaal nog een behoorlijk stijve en middeleeuwse indruk met rechts naast het centrale deel een afbeelding van Catharina van Alexandrïe en links Martinus. Al die kerkelijke heiligen zijn te herkennen aan de symbolen die ze meekregen zodat iedereen in die tijd, geletterd of ongeletterd, direct wist om wie het ging. Catharina staat er natuurlijk met haar gebroken wagenwiel. Hierop zou ze worden gefolterd door de ongelovigen maar dat werd voorkomen door een plotsklapse bliksemstraal vanuit de hemel die het rad vernielde. Uiteindelijk kwam ze toch nog wel droef aan haar einde maar dat is een ander verhaal. Martinus is altijd herkenbaar aan zijn Romeinse soldatenmantel die hij deelt met de kou lijdende bedelaar door hem met zijn zwaard in tweeën te snijden.

Vergelijk dit schilderij eens met een andere verplicht kerknummer uit die tijd, de kruisiging van Jezus, dat ook daar hangt en stamt uit 1512. Dan zie je dat in de tussenliggende jaren de Renaissance bij Louis Bréa duidelijk zijn invloed heeft gehad.

 

Detail van Crucifixion (1512), Louis Bréa, l’Église Notre-Dame de Cimiez

 

De kerk is zelfs nog een derde Bréa rijk, een  graflegging van Jezus uit nog wat latere tijd waarin experts mede ook de hand van broer Antoine vermoeden. En dat is allemaal gratis te bekijken, net zoals het geweldige uitzicht dat je daar hebt over Nice!

 

Nog meer Bréa’s

Maar daarmee zijn we er nog niet wat Nice betreft. Ooit gehoord van de l’Église Saint-Martin Saint-Augustin? Die barokkerk zit stiekem verscholen tegen de rots in de punt van de oude stad vlak bij de place Garibaldi, je moet er echt even naar zoeken. Daar hangt nog een andere Piéta van onze Louis maar wel uit een later tijd dan die op de Cimiez.

 

Piéta (begin 16de eeuw), Louis Bréa, l’Église Saint-Martin Saint-Augustin

 

Ook hier weer: wat een wereld van verschil met het vroege werk! Let ook eens op de rechter figuur naast Maria. Allicht een heilige, want anders stond ze daar niet! En gezien het zalfpotje in haar hand is dat Maria Magdalena, de vrouw van lichte zeden die door Jezus werd bekeerd en zijn voeten zalfde. Mocht u daar gaan kijken en is het mooi weer? Vergeet dan niet nog even naar de place Garibaldi te gaan. Sinds de tram daar rijdt en het plein verkeersluw is gemaakt, ontwikkelt het zich tot een heerlijke plek om wat te drinken en te eten.

Dat geldt niet echt voor de omgeving van  l’Église Saint-Barthélémy in Nice Nord. Die ooit vrijstaande oude kerk is nu ingesloten geraakt door, architectonisch gezien, weinig inspirerende hedendaagse bouw. Maar in de kerk zelf is het aangenaam vertoeven. Daar draagt een drieluik van neefje François Bréa uit 1550, dat ooit uit meer onderdelen bestond, beslist aan bij. Rechts van Maria met het kindeke staat de heilige Sebastiaan behoorlijk chagrijnig te kijken. Maar dat kan ook moeilijk anders met al die pijlen in je lijf. Johannes de Doper links ziet er met zijn bekende staf in de vorm van een kruis heel wat statiger uit. Maar ook met hem liep het trouwens slecht af, hij raakte zoals bekend zijn hoofd kwijt op een wel heel letterlijke manier.

 

Vierge de Majesté (1550), François Bréa, l’Église Saint-Barthélémy

 

Ooit gemaakt als opdracht voor de Ridders van Malta is dit veelluik nu een onderdeel van die al genoemde Route de Bréa in Nice. In het kader daarvan zijn, naast de zondag, de Chapelle de la Miséricorde en de l’Église Saint-Martin Saint-Augustin speciaal open op de dinsdagmiddag. De andere kerken zijn sowieso open.

Wat betreft de rest van de route buiten Nice, aan de kust, in het achterland en over de grens in Italië, daarvoor is nu even geen ruimte meer. Antibes, Lieuche, Bar-sur-Loup, Luceram, Sospel, Monaco, Genua, dat moet allemaal nog even wachten met dus ook alle verhalen die erbij horen. Ga er dan ook maar vanuit: wordt vervolgd!


Als u op mijn artikel wilt reageren, stuurt u mij dan een email.

Als u mijn nieuwsbrieven per email wilt ontvangen, kunt u dat hier aangeven.